Overdruksyndroom
Als de druk te hoog wordt







                     


                     


                       als de druk te hoog wordt

Idiopathisch cerebrospinaal drukdysregulatiesyndroom

(overdruksyndroom)

Doneer anoniem


Het overdruksyndroom is een relatief onbekende aandoening die leidt tot zeer hevige pijnklachten en invaliderend werkt.

Verhoogde druk in het wervelkanaal en in zenuwwortelhulzen veroorzaakt wijdverspreide pijn en zwakte in de armen en benen en/of voeten, pijnklachten in het bekken, de rug, de nek, het hoofd, maar ook loopproblemen (ataxie) en symptomen van blaas, darm en sluitspier.

Door een gestoorde drukregeling in de hersenen en het ruggenmerg kan de druk in het ruggenmergkanaal oplopen en kan ruggenmergvocht in de zenuwen worden geperst, hierbij kunnen ook de de hersenzenuwen onder druk komen te staan.

Het Overdruksyndroom geeft dezelfde symptomen als symptomatische Tarlov cysten.


Verschillende onverklaarde wijdverspreide pijnsyndromen worden toegeschreven aan een chronische idiopathische CSP-ontregeling (Idiopatic Cerebrospinal Pressure).

Idiopatische Intracraniële Hypertensie, Idiopatische Normale Druk Hydrocephalus en symptomatische Tarlov cysten zijn CSP-ontregelings-stoornissen, ze delen vergelijkbare centrale en perifere neurologische symptomen, welke allemaal grotendeels ondergediagnosticeerd zijn.


Studies uit 2017 en 2018 onderzochten ook de relatie met verschillende overlappende symptomen bij chronische pijn aandoeningen zoals Idiopatische Intracraniële Hypertensie (IIH), Fibromyalgie (FM) en Chronisch Vermoeidheid Syndroom (CVS).

In diverse andere studies is melding gemaakt van radiculaire pijn bij deze patiënten, echter, het is veelal onderkend. In een cohort studie uit 2014 – bij 165 onbehandelde patiënten met IIH (98% was vrouw) - kwam rugpijn, inclusief pijn in een radiculair of dermatomaal patroon voor bij 53% van de patiënten. 

Aangenomen wordt dat het mechanisme van dit symptoom het vullen is van de spinale durale wortelscheden door CSF  (cerebro spinal fluid) onder hoge druk. (https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4351808/)

 

Patiënten die lijden aan IIH, FM en CVS zijn overwegend vrouwelijk en er is een sterke indicatie van familiare overerving.

Bovendien hebben patiënten met bindweefselweefsel aandoeningen, zoals het Ehlers Danlos Syndroom, een verhoogd risico om één van deze drie voorwaarden te ontwikkelen. Dit kan erop duiden dat genetische defecten een rol kunnen spelen in ICP-ontregeling.


Mogelijke symptomen door overdruk in ruggenmerg en zenuwwortels


* Veel patiënten hebben al op jonge leeftijd last van onverklaarbare of ernstige hoofdpijn, rugpijn of buikpijn.

- De meest voorkomende symptomen zijn die van een chronisch cauda equina syndroom aangezien altijd meerdere zenuwwortels in het heiligbeen links en rechts onder druk komen te staan.

- lage rugpijn en/of pijn in het heiligbeen, kan in opstoten optreden (‘acute blokkage’)

- uitstralende pijn in het been

- pijn rond de heup

- pijn in de bilspier

- de pijn neemt typisch toe bij zitten

- krampen in de benen

- zwaktegevoel in de benen (niet goed meer recht kunnen na hurken)

- rusteloze benen

- pijnscheuten (vooral in het heiligbeen)

- pijnlijke en/of slapende voeten, krampen in de voeten, ‘bekneld’ gevoel van de voeten in de schoenen, koude voeten

- de patiënt kan niet meer snel wandelen of niet bergop wandelen zonder pijn, significant tragere wandelsnelheid, soms wat gestoorde gang waardoor tegen mensen en dingen aanbotsen of tegen degene die meewandelt

- pijn en slap gevoel rond de anus, de bilnaad en de geslachtsdelen, pijn bij betrekkingen, pijn vaginaal, t.h.v. de teelbal of de penis

- overgevoeligheid van de huid van de buik, het bekken en de schaamstreek, waardoor ondergoed of  strakkere kleding niet wordt verdragen

- blaasproblemen: niet onmiddellijk kunnen beginnen plassen, de blaas niet volledig leeg kunnen plassen, moeten meepersen om de blaas te ledigen,  geprikkelde blaas met voortdurende drukgevoel op de blaas, vaak moeten plassen, gevoel van hoogdringendheid, pijnlijke blaas, niet goed meer voelen of de blaas vol is

- darmsymptomen: constipatie, afgewisseld met diarree, buikkrampen, hoogdringendheid, ...

- sluitspierproblemen met meestal lichte incontinentie voor urine en stoelgang, ‘veel toiletpapier nodig hebben om zich schoon te maken’, pijn, steken, drukgevoel of krampen in de anus

- potentiestoornissen, moeilijk tot orgasme komen

- pijn in de nek en arm(en), slapende hand(en), ‘tenniselleboog’, krachteloosheid in de armen, koude handen

- tussenribpijn, pijn op de borst (door uitstraling naar voor), ‘syndroom van Tietze’

- Niet (of niet te lang) kunnen zitten en/of staan

- Pijn toename bij lichamelijke inspanning welke verminderd bij liggen

- fysiek belastend werk en sporten is niet meer mogelijk

- Bekkeninstabiliteit


  Bovendien kan ook overdruk in de hersenzenuwen ontstaan

- Dubbelzien, pijn aan de ogen, of pijn aan de oogspieren bij oogbewegingen

- Trigeminusneuralgie, gelaatspijn, tintelingen of voosheid in het gezicht, kaakpijn, gespannen kaakspieren, tandenknarsen

- Duizeligheid, draaierig.

- Gestoorde smaak, speekselvloed of droge mond (dorst)

- Heesheid, moeite met slikken

- Moeilijk te behandelen hoofdpijn 

- Oorsuizen, zich verspreken, niet op woorden en namen kunnen komen, de draad verliezen,  lichte geheugenstoornissen, …

- Op de voorgrond staande vermoeidheid


De klachten ontstaan of verergeren vaak na een trauma en/of tijdens de zwangerschap. (Bekkeninstabiliteit).

Klachten ontstaan geleidelijk of heel acuut, komen en gaan en verschillen in lokalisatie en intensiteit van de ene patiënt tot de andere, maar kunnen in sommige gevallen zo invaliderend zijn dat de patiënt aan huis of bed gebonden is


*De invaliderende, ondergediagnosticeerde en onbegrepen zenuwpijn leidt frequent tot depressie en zelfmoordgedachten, of overweging tot euthanasie..


De diagnose wordt gesteld n.a.v.;


- Vooral de klachten van langdurig onverklaarde moeilijk te behandelen pijnklachten bij een patiënt bij wie alle andere oorzaken uitgesloten werden (blaas- en darmproblemen, eventuele incontinentie voor stoelgang of urine, pijn t.h.v de geslachtsdelen en de bekkenbodem.

- Pijn tijdens zitten en staan, nekpijn, pijn in de bovenrug, niet te behandelende hoofdpijn.

- Een pinpriktest waarbij met een naald in de romp en ledematen geprikt wordt om gevoelsstoornissen vast te stellen (deze is niet altijd     afwijkend!). In sommige gevallen kan de achillespees reflexen afwezig zijn of krachtverlies hiervan worden waargenomen.

- Een MRI van de ruggenwervel en nek waarop Tarlov cysten waargenomen kunnen worden.

- Een EMG van de benen en de bekkenbodem (zie hier voor het protocol)


Het EMG is niet absoluut noodzakelijk om de diagnose te stellen, maar kan de diagnose wel bevestigen in geval van twijfel.

Het stellen van de diagnose is belangrijk omdat aldus erkend wordt dat de pijn van de patiënt invaliderende zenuwpijn is ten gevolge van een lichamelijke aandoening en géén psychologische oorzaak heeft.

Deze erkenning zorgt voor meer begrip vanuit de omgeving. Bovendien wordt de patiënt door de diagnose behoed van verdere onnodige ingrijpende technische onderzoeken en behandelingen.

Vaak wordt een diagnostische zenuwwortel blokkade of therapeutische blokkade met corticosteroïden voorgesteld om de diagnose te stellen, echter er bestaat een risico op het doorboren van de cyste omdat de zenuwwortel is verwijd, waardoor er schade kan ontstaan aan de zenuwvezels in de cyste of vezels in de cystewand als een infectie, bloeding, duraal lek of risico op Arachnoiditis. Aangezien er vaak meerdere TC's kunnen voorkomen bij dezelfde patiënt kan de minimale invasieve procedure van een NCS/EMG de meer invasieve diagnostische blokkade dus vervangen.


De behandeling bestaat uit:

- Medicatie tegen zenuwpijn: Gabapentine (Neurontin) of Pregabaline (Lyrica) is de eerste keuze. Cymbalta. Redomex. Deanxit. Soms zijn morfine-afgeleide producten nodig. (Targinact) 

- Drukverlagende medicatie zoals Diamox in combinatie met Ultra K (vloeibare kalium wordt geadviseerd i.v.m. bijwerkingen door dalend kaliumgehalte).

- Er wordt ten stelligste aangeraden om zo weinig mogelijk te zitten, te staan of zware inspanningen te doen. Dat doet immers de druk in de cyste oplopen en lokt de symptomen uit. Bovendien wordt ook aangeraden (bij geringe pijn) om overdag minstens een uur te gaan liggen om de druk te laten afnemen.

- Aangewezen activiteiten zijn rustig wandelen, zwemmen (in warm water), fietsen (elektrische fiets) op een eigen tempo, alles  binnen de pijngrens.

- Geleidelijke opbouw van de fysieke conditie binnen de pijngrens. Maar de belastbaarheid is erg laag. Daar moet rekening mee worden gehouden. Stabilisatieoefeningen kunnen de pijn doen toenemen en de patiënt haakt af, niet omdat hij/zij niet wil, maar omdat het niet kan.

- Warmte, manuele therapie, osteopathie, fysiotherapie, ...

- Alcohol, koffie en blootstelling aan de zon vermijden. Dat verhoogt de cerebrospinale druk.


Het overdruksyndroom is minder zeldzaam dan oorspronkelijk gedacht en kan de oorzaak zijn van zogenaamde onverklaarbare chronische pijn syndromen zoals: lage rugpijn van ongekende oorsprong, piriformis syndroom, chronische pijn t.h.v de heupregio (lateral hip pain), pijn aan het staartbeentje, bekkenpijn, pudendus neuralgie, pijn aan de vagina, sexuele pijn bij mannen en vrouwen, blaaspijn syndroom, chronische prostatitis, rugheelkunde welke niet geholpen heeft, prikkelbare darmsyndroom, bekkeninstabiliteit in de zwangerschap, rusteloze benen syndroom,  fibromyalgie, fibromyalgie gecombineerd met chronisch vermoeidheidssyndroom, enz...

Verder wetenschappelijk onderzoek is lopende.


zie ook de patiënten flyer